Als jongen reeds ben ik de halve wereld rondgeweest
Reizen stond mij heel mijn leven aan
Maar heus, van alle steden in Europa trok het meest
Rotterdam mij aan
Wanneer ik in den vreemde zat, dan werd ik vaak benauwd
Heimwee greep me ozo dikwerf aan
Dacht ik aan mijn vaderstad
Sprong ik op en zong spontaan:
refr.:
Breng mij naar Rotterdam terug
Breng mij naar Rotterdam terug
Geef mij de Boompjes in de zomerzonneschijn
Geef mij de Blaak en het leuke Calandplein
Breng mij naar Rotterdam terug
Breng mij naar Rotterdam terug
Daar zie je steeds voor noppes nog een diender op de tram
Dus, breng mij naar Rotterdam
Een Rotterdamse jongen die de wereld heeft gezien
Vindt zijn eigen stad nog eens zo schoon
Het is er knus en op de vlakte is het bovendien
Buitengewoon
In Londen en Berlijn, daar raak je al je centen kwijt
In Parijs, je beurs en je verstand
Als ik maar een kwartje heb
Vind ik Rotterdam interessant
refr.