Ik begrijp het niet, dat ze alles anders doen dan wij.
En ik begrijp niet, dat ze het niet overdenken zoals wij.
Ik begrijp niet waarom ze nooit eens vragen,
waarom en hoe.
Ik begrijp niet,
waarom gaat het er zo duf en leeg aan toe.
Als je een ander voor je laat denken,
waarvoor heb je je hersens dan?
En toch werden ze instinctmatig,
als een hond of een koe, die niet anders kan.
Hun hoogste macht is gewoonte,
hun idool, dat is het geld,
Hun idealen zijn nul komma niks, wel geteld.
En je haar is aanstootgevend,
maar waarom vertellen ze niet,
Want je bent representatief persoon
en of je dat dan niet ziet.
En je ouders zijn 't er niet mee eens,
met je taaltje en zo meer,
Nee, 't moet afgelopen zijn voor de zoveelste keer.
Ook al heb je geen gelijk, dan hou je nog je smoel
En je strooit geen rare praatjes rond,
als je begrijpt wat ik bedoel,
Over de secretaresse,
wat die precies doet met de directeur;
Daar heb je geen donder mee te maken,
dus je houdt voortaan je scheur.
En dan zeggen ze, dat je protesteert,
nou, heb ik gelijk of niet?
Maar het is beroerd, dat je je ogen open
moet doen voor je het ziet.
Mijn baas, die trapte me buiten,
ik vroeg zo dikwijls naar het waarom;
En als ze het twintig jaar zo deden,
waarom dan nu ineens andersom?