Toekomst is een woord
wat mij vreemd in de oren klinkt
Ik heb geen mens,
alleen een hond waar ik mee kan praten
En mijn plannen weet ik veel,
ik weet niet eens meer wie ik ben
Omringd door honderden mensen,
voel ik me toch zo verlaten
Ze staan allemaal voor je klaar
Maar als je zou willen dat er iemand was,
sta je alleen als op de hoogste
berg hier op aarde
Je leeft mee met de tijd,
je deelt mee in haat en nijd
En je vraagt je af,
wat in's hemelsnaam heeft er nog waarde?
Een meisje, een thuis, een diploma,
Een vriend of een hond
waar je zomaar mee kunt stoeien
Een idee, geloof of overtuiging,
je werk of je gitaar, waarmee je mensen
kunt boeien
Ik ben niet de grote beer,
soms weet ik het ook zelf niet meer
En ben ik het jochie dat in z'n bed
's nachts ligt te janken
Die zich afvraagt, waarom ik,
als er zoveel anderen zijn
Waar heb ik dit beestenbestaan toch aan te danken?