Wij hebben twee kleine poesjes, met pootjes zo zacht als fluweel
Het kleintje dat noemen wij Bobby
En de andere dikzak heet Neel, en de andere dikzak heet Neel
Laatst waren zij nergens te vinden, toen zijn wij aan ’t zoeken gegaan
Wij keken in alle hoeken
Waar kwamen ze denk je vandaan, waar kwamen ze denk je vandaan
Wit Neeltje lag in de turfmand, en bob lag bij ’t popje in bed
Wij namen ze gauw mee naar binnen
En rolden haast om van de pret, en rolden haast om van de pret.