Het Angelus klept in de verte
In tonen, zo zuiver en hel
De grootmoeder knielt op de drempel
De kinderen, zij staken hun spel
refr.:
Grootmoeder bidt 'Onze Vader'
De kinderen zeggen 't haar na
Een zonnestraal glijdt door het loover
Een glimlach, een glimlach van 's Heeren gena
Zij bidt: "O God, schenk uwe zegen
Ook over dee'z kinderkes klein
En wees hun nabij met uw liefde
Als ik niet meer bij hen kan zijn"
refr.