Ik maak het veel te bont
Ik lijk welhaast behekst
Zoals ik te gezond
Het vrouwelijk schoon bekijk
Verre van relaxed
Loer ik naar elke kont
Ik ben knap oversekst
Een heet konijn gelijk
Omdat ik mezelf een beetje rust wel gun
Denk ik: het vrouwelijk schoon
Is slechts een millimeter dun
En onder al dat begeerlijks
Zit iets duidelijk minder overheerlijks
Elke welgevormde derriere
Is verpakking voor het meest vulgaire
Het herbergt niets dan troep
Ik maak me druk om een doos vol poep
In elke minnares
Zit een poep- en piescircuit
Ik lees mezelf die harde les
Als ik weer naar lonken neig
En die therapie
Heeft in zover succes
Dat als ik nu een giertank zie
Ik spontaan een stijve krijg