Stomawals (Liedje) Song Lyrics
Stomawals (Liedje) by Herman Finkers Ik knipper wel eens met mijn ogen
Krab me wel eens aan mijn kont
Af en toe wil ik ook wel pogen
Me in de ochtendstond
Nog een keer om te draaien
Als ik gapend wakker word
Verder doe ik feitelijk
Niet byzonder veel aan sport
Ik beweeg me onvoeldoende
En eet veel te veel vet
Mijn hartkamers klepperen
Alleen nog maar met
Twee kleppers van kunststof
En al zijn ze dan nep
'k Ben zo blij da'k ze
'k Ben zo blij da'k ze
'k Ben zo blij da'k ze heb
Ik heb me dan ook een conditie
Van heb ik jou daar
En krijg steeds meer kwaaltjes
't Is vreselijk, echt waar
De laatste tijd heb ik last
Dat mijn blaas niet goed sluit
Als ik moet lachen
Dan gier ik het uit
De uroloog heeft het bekeken
En hij keek niet zo blij:
"Uw blaas is kaduuk
U krijgt een uitgang opzij"
"Moet ik dan mijn hele leven
Met een stoma?", vroeg ik bang
"Jawel", zei de dokter
"Maar dat duurt niet zo lang"
De een vindt galgenhumor
Het leukste dat bestaat:
"Er lopen twee galgen
Door de Kalverstraat..."
De ander ben ik
Met opzij zo'n ding
Maar dat geeft niet
Ik huppel, ik dans en ik zing:
"Ik ben zo blij, zo blij
Dat m'n neus van voren zit
En niet opzij!"