Als je overmorgen oud bent
Wie zal er dan bij je blijven
Om je pijntjes weg te wrijven
En je zorgjes weg te doen
En niet al te erg te kijven
Als je weer praat over toen
Als je overmorgen oud bent
Wie zal je dan moed inspreken
En wie helpt je oversteken
Als het niet alleen meer gaat
En wie zal de stilte breken
Die als ijs rondom je staat
Als je overmorgen oud bent
Wie zal dan je bed opmaken
En wie doet je kleine zaken
En wie zorgt er voor je brood
En wie zal er bij je waken
Op de avond voor je dood
Als je overmorgen oud bent
Zo oud dat je oren tuiten
Wie zal je neus dan snuiten
En wie helpt je op te staan
En wie zal je ogen sluiten
Als ze niet vanzelf dichtgaan