Er is vannacht een kind geboren, in welke stal dat wee tik niet
Er zongen daar geen engelenkoren en nergens klonk een herderslied
Geen wonderlicht dat in het duister straalde
De vader is bepaald geen vrome, de moeder allerminst een maagd
Het kind is niet voor ons gekomen, geen mens heeft om z'n komst gevraagd
Het zal misschien van honger moeten sterven
In heel de wereld geen drie wijzen, op zoek naar hem van al zoveer
En ook zal er geen ster verrijzen, tenminste niet te zijner eer
Hij zal geen mirre, goud of wierook krijgen
Nooit zal hij in de tempel spreken met priesters hoog en god geleeerd
Nooit doet hij enig wonder teken, denk niet dat hij oot iets presteert
Dat Bartimeus tot hem zal doen schreeuwen
Er is vannacht een kind geboren, waa rniemand enig heil in ziet
Het zal de vrede niet verstoren en zeker ook de oorlog niet
Dus geen gevaar voor onze zilverlingen