Zijn taak was 't de trein heen en weer te doen rollen
Van Zwolle naar Kampen, van Kampen naar Zwolle
De ene dag uit en de andere dag in
Zodra hij de wielen hun lied hoorde stampen
Van Kampen naar Zwolle, van Zwolle naar Kampen
Had hij het pas helemaal echt, wat je noemt, naar zijn zin
Het reizend publiek profiteerde ten volle
Van Zwolle naar Kampen, van Kampen naar Zwolle
En van de ervaringen die hij bezat
Door zomerse regens en winterse dampen
Van Kampen naar Zwolle, van Zwolle naar Kampen
Geleidde hij veilig zijn trein langs het ijzeren pad
Er groeiden geen bloemen, er bloeiden geen bollen
Van Zwolle naar Kampen, van Kampen naar Zwolle
Geen merel of vink zong voor hem een refrein
Soms had hij behoefte een fee aan te klampen
Van Kampen naar Zwolle, van Zwolle naar Kampen
Helaas zat er nooit eens een levende fee in zijn trein
De een krijgt citroenen, de ander slechts knollen
Van Zwolle naar Kampen, van Kampen naar Zwolle
Stilaan werd hij oud en hij kon 't niet meer an
En na een bestaan zonder schokken of rampen
Van Kampen naar Zwolle, van Zwolle naar Kampen
Kwam heel zacht het eind en een engeltje zei:... "lieve man"