Ik herinner me die lente nog zeer goed
De eerste dagen van mijn zwangerschap
Die vage angst, zo van: ik wil niet, maar ik moet
En dan het ongeloof weer: dit is toch geen grap
Ik herinner me die zomer nog zeer goed
Dat zwijgzaam dragen van mijn zwangerschap
Die felle pijn, zo van: ik kan niet, maar ik moet
En d'onzekerheid weer: dit is toch geen grap
Ik herinner me die winter nog zeer goed
Dat heilloos leven naar dat vreselijke moment
Die doffe haat, zo van: ik moet niet, maar ik moet
En dan dat zelfverwijt: wie denk je dat je bent
Mijn kind, jij was het liefste wat we wou'en
Je vader en je moeder hadden je gepland
Maar diep vanbinnen heb ik toen mezelf bekend
Je wordt geacht te hou'en
Van iemand die je nog niet kent