Toen ze thuis kwam met haar eerste vriend waren haar ouders zeer content
Want haar moeder vond hem reuze knap en haar vader vodn hem intelligent
Bij het afscheid kuste hij beleefd beide dames allebei de hand
En haar vader vond hem zo correct en haar moeder zo charmant
Hij was bijna advocaat want hij had een studiehoofd
En voor ze 't wist was het te laat en was ze met hem verloofd
Eigenlijk ging het haar te snel, was het haar bedoeling niet
Want ze vond hem tamelijk sloom en een beetje hypocriet
Ze had liever een beetje een hufter gehad niet te erg, maar zo net op de
rand
Die in iedere stad wel een andere schat heeft en altijd een glas in zijn
hand
Zo'n man die je plots in je nek staat te zoenen
In de hal van een heel chique hotel
En die dol is op vrouwen met vuurrooie schoenen en veel aftershave van
Chanel
Zo'n man die gaat kreunen als je in hem bijt
En fluistert "we doen het straks op het t tapijt"
Maar het werd nie zo'n hufter, het werd toch Jan-Hein
Daar zouden haar ouders haar dankbaar voor zijn
Na een jaar was ze getrouwd in zijn praktijk ging alles voor de wind
Dus al gauw kwam er een eigen huis en al gauw kwam er het eerste kind
En haar ouders waren reuze blij, want dat eerste kind dat was een zoon
En er kwam een hulp in huis, die hield alles lekker schoon
Haar man kwam altijd om zes uur thuis dan dronken ze een glaasje port
Met een toosje met pate waar je eigenlijk te dik van wordt
En soms keek ze 'm eens aan en dan deed het haar verdriet
Want ze vond hem reuze sloom en toch ook wel hypocriet
Ze had liever een beetje een hufter gehad niet te erg, maar zo net op de
rand
Zo een met champagne en badschuim in bad en natuurlijk een gat in zijn
hand
Zo'n man die de barkeepster veel te lang aankijkt
Als hij zijn gin-tonnick besteld
En die altijd zijn hand veel te hoog op je dij legt
En vraagt of je broekie niet knelt
Die grijnst als je fluistert als je zegt "hee hou je fatsoen
We gaan eht straks op de achterbank doen"
Maar ze had niet zo'n hufter, nee zij had Jan-Hein
Want daar zouden haar ouders haar dankbaar voor zijn
Op een dag werd ze gebeld door een zeer correcte rechercheur
Die vertelde dat haar man was opgepakt tussen Roozendaal en Etten Leur
Dat er sprake was van grte fraude dat de bank was opgelicht
Dat ie ook nog ontucht had bedreven met een minderjarig wicht
Hij werd verdacht van bigamie met de dochter van een fabrikant
In zijn auto vond men cocaine in de reserveband
Ook haar ouders waren al gebeld, lagen nu in een zuurstoftent
Allebei een hartaanval want die waren niks gewend
En ze zei "ik wist van niks, maar verwonderd ben ik niet
Want ik vond hem reuze sloom, maar ook bijzonder hypocriet ooh"
Had ik toch maar zo'n hufter genomen niet te erg maar zo net op de rand
Maar 'r openlijk voor uit durft te komendat ie nimmer zal deugen als mens
Zo'n man die daar staat met zijn handen in zijn zakken
En ook vaak een hand in je kruis
Voortdurend maar bezig van alles te pakken en ook vaak een nachie van huis
En ze dacht ik heb jaren nog in het verschiet
En mijn ouders zijn stervend, die merken het niet
Ik neem toch nog zo'n hufter en ze ging naar de kroeg
En ze vond hem meteen, want ja, hufters genoeg