refr.:
Ik ben een meisje van niks
Te verwachten heb ik niks
Ik zie mijn leven voorbij gaan
Ik heb er niks mee gedaan
Ik ben al veertig geweest
Mijn bestaan was geen feest
Ik ben getrouwd met een man
Die wees moeder me eerst an
Ach, hij was heel gewoon
Best een aardig persoon
Maar de jongen waar ik mij
Aan wou geven was niet hij
refr.
In de oorlog getrouwd
Voedsel krap, 's winters koud
Armoe troef, maar getwee'n
Sloegen wij ons er doorheen
Ik vond het fijn om mijn zoon op te voeden
Maar schoonma vergalde het
Verweet me steeds dat ik het niet goed deed
refr.
Ik bracht mijn kind van de week
Naar zijn school
En ik keek naar mijn buurvrouw
Want zij liep er vrolijk en jong bij
Thuis maakte ik van chagrijn ruzie
Want hij heeft mijn lust in 't leven geroofd
Doordat ik altijd heb gesloofd
refr.