Rode lichten, groene lichten dwalen.
Wie wil betalen deze nacht?
neonbuizen aan de huizen stralen.
Hier woont de troost
waarop het dolle hart op wacht.
Rode lichten op Lieve Vrouwentoren
hoeden vliegmachinen voor een ramp,
maar beneden, stad van de sinjoren,
zoeken duizend harten d’ rode lamp.
Rode lichten, groene lichten dwalen.
Wie wil betalen deze nacht?
neonbuizen aan de huizen stralen.
Hier woont de troost
waarop het dolle hart op wacht.
Rode wijnen-, witte wijntrossen
doen concurrentie aan het Scheld’.
Duizend hoofden zijn in ’t rijk der dromen
en in hun zakken de duiten geteld.
Rode lichten, groene lichten dwalen.
Wie wil betalen deze nacht?
neonbuizen aan de huizen stralen.
Hier woont de troost
waarop het dolle hart op wacht.
Rode jurken, blauwe jurken troosten.
Ook in die jurken woont een hart.
Stilaan komt de zon op in het Oosten;
de eerste groenten staan al op de markt.
Rode lichten, groene lichten dwalen.
Wie wil betalen deze nacht?
neonbuizen aan de huizen stralen.
Hier woont de troost
waarop het dolle hart op wacht.
Tweemaal duizend benen in de morgen,
in de straten aan het Scheld’,
kruipen weer door dagelijkse zorgen
en werken vloekend om wat geld.
Rode lichten, groene lichten dwalen.
Wie wil betalen deze nacht?
neonbuizen aan de huizen stralen.
Hier woont de troost
waarop het dolle hart op wacht.