Meisje, waar loop je zo ijlensvlug heen?
Voor veertien dagen nog zo sereen.
Meisje, wat huist er in jouw kinderhart
binnen veertien dagen, donker, verwart?
Ik zoek de liefde, ik zoek het geluk,
‘k heb het zo warm en ‘k heb het zo druk.
Ik zoek de kus en de handen van Piet.
Diepere vreugde bestaat voor mijn niet.
Meisje, waarom zijn je rokken thans kort,
rood je lippen zodat moeder mort?
Meisje waarom is je huiswerk niet klaar?
Op school was je de eerste verleden jaar.
Meisje, waarom is de bovenste knoop
van je bloes los en je haar overhoop?
meisje, waarom blinkt er een traan in je oog,
maak je thans zwart je wenkbrauwoog?
Ik zocht de liefde, ik zocht het geluk,
‘k kreeg het zo warm en Piet was zo druk…
Meisje, waarom is de wereld zo loos;
liefde, geluk op deez’ aarde zo broos?
Meisje, waarom ben je in Nederlands gebuisd?
Waarom is de bloem uit je tuintje verhuisd?