Wie klopt daar aan
Een arme man, een arme vrouw
Snel hiervandaan
Wij willen schuilen voor de kou
Laat ons toe, om Godeswille
Laat ons onze honger stillen
O nee, o neen
Wij zijn van onze reizen ach zo moe
Ga heen, ga heen
Wij smeken u, o laat ons toe
Een enk'le nacht
Wie overnachten wil, betaalt
Hoor onze klacht
Alleen wie geld heeft wordt onthaald
'k Zeg u dat 't hier een eerzaam huis is
En geen toevluchtsoord voor zulk gespuis is
Zijn wij te min
Te min is wie ons niet betalen kan
O, laat ons in
O nee, daar is geen sprake van
Verlaat de poort
Hier in uw huis is overdaad
Zoals 't hoort
En wij verkommeren op straat
Kou en honger blijven knagen
En ik loop op alle dagen
Aan wie de schuld
Vraag dat gerust aan Onze Lieve Heer
Het is vervuld
Maar ach, wij vallen erbij neer
Daarginder is de stal
Daar ligt een bed voor u gespreid
Klein en smal
En 't is van stro voor u bereid
Kindje, jij moet armoe lijden
In de hoop op betere tijden
En nu, verdwijn
En blijf niet met de bedelnap hier staan
Al doet 't pijn
Zo zal 't altijd blijven gaan
Tweeduizend jaren na vandaag
Diezelfde vraag
Wie klopt daar aan