Haring is zo bon, bon, bon,
om eens op te drinken.
Sa, ontsteek de ton, ton, ton.
Laat de bekers klinken.
Daar, daar heb je van het nat,
drinkt vrij, er is nog meer in 't vat!
Maatje, dat geldt jou, jou jou,
zo een proper teugje.
Wil j'er tweetjes?, nou, nou, nou!
Elk die drinkt zijn meugje.
Drie, drie maakt een klaverblad,
drinkt vrij, er is nog meer in 't vat!
't Steertje moet er bij, bij, bij,
't zal te beter klemmen.
Pekelharing, wij, wij, wij,
doen jou lustig zwemmen.
Sa, sa, vrienden, haast je wat,
drinkt vrij en laat geen bier in 't vat!
't Vaatje rommelt, och, och och,
't kraantje wil niet lopen.
Heeft de brouwster nog, nog, nog?
Jawel, zou ik hopen!
Wij , wij zingen overluid:
"Ons patersvaatje dat is uit!"