"Ben jij nog ergens tegen"
Vroeg ik mijn zoon
"Ben jij nog ergens voor"
Hij keek naar de hemel
En zei langs zijn neus
"Ervoor of ertegen is niet de keus"
"Ik bouw niet meer aan zo'n muur"
"Waarom wil jij niet kiezen"
Vroeg ik mijn zoon
"Waarom neem jij geen standpunt in"
Hij keek naar de hemel
Hij deed of hij dacht
"Welke kiezers hebben de macht"
"Ik kies liever niet, ik deel"
"Wat heb je te delen"
Vroeg ik mijn zoon
"Je hebt immers helemaal niets"
Hij keek naar de hemel
Als zag hij daar iets
"Wat kun je makkelijker delen dan niets
Wat je hebt, dat wil je helemaal"
"Heb jij nog idealen"
Vroeg ik mijn zoon
"Wat is jouw heilig ideaal"
Hij keek naar de hemel
En zei met een lach
"Een vogel te zijn die zweeft bij de dag
Vliegen lijkt mij ideaal"
"Maar vliegen is een vlucht"
Zei ik. "Mijn zoon
Waarvoor ben jij op de vlucht"
Hij keek naar de hemel
Waarin God was verdwaald
En zei: "Ik wil niet
Dat doodsangst mijn leven bepaalt"