Ik droomde in de kerk
Ik zat op God te wachten
Dat er opeens een kerkhaan voor me stond
Hij was de afgezant der humanistische gedachte
Hij zei: "Je zit hier vaak maar wat zoek je hier"
Ik zei: "Ik wacht op God
Die eenmaal terug zal komen
Waar anders dan in zijn eigen kerk"
De haan lachte zich rot
Hij kwam net terug uit Rome
De haan kraaide victorie
Ik wist, dit was de satan
Maar hoe kon ik ontsnappen
Er zijn geen nooduitgangen in de kerk
Dus begon ik in paniek in het wilde weg te trappen
Maar een kemphaan weet wat vechten is
Hij wachtte tot ik moe was
Met op me in te pikken
Toen liep hij weg, hij had nog meer te doen
Hij zei: "Er komt een bloedhond
Om je wonden schoon te likken"
De haan kraaide victorie
Ik keek door een kier
De deur wou niet meer open
Buiten was een veldslag aan de gang
Op teken van de haan richtten alle lopen
Op mij en op de kerk waarin ik zat
Ik vluchtte naar het altaar
Schreeuwde mijn gebeden
Terwijl de kogels floten door de kerk
Toen klonk het laatste schot
De strijd moest zijn gestreden
De haan kraaide victorie
Waarvan ik wakker schrok
Dat had ik meer gelezen
Een haan die driemaal kraaide in de nacht
God had mij door die droom weer eens bewezen
Hanen kraaien, dromen zijn bedrog