Het karrespoor van gisteren
Is morgen achtbaan breed
Tot het doodloopt op het noodlot
Die gigantische magneet
Die je aantrekt in de liefde
In je werk of op de vlucht
Die je meetrekt, goot of dood in
Alleen maar heen
En nooit meer terug
Waar de weg is, is de wil
Die verder, hoger wil
Die trekt op drift en overstuur
Een betonnen streep door de natuur
Waar de wil is, is de weg
De weg, die alles plet
De boom, de egel en het kind
Zolang de weg zijn weg maar vindt
De achtbaansweg van gisteren
Lijkt morgen een karrespoor
Vanuit het raampje van het vliegtuig
We willen verder, sneller door
Of je de uitvinder van het wiel bent
Koning, dichter of spuit elf
Je ontkomt niet aan het noodlot
Altijd alleen zijn
Nooit jezelf