Vlak bij de haven
Staan heel rare huizen
’t Een heeft geen muren
Het ander geen dak
Daar woont een jongen
Ze noemen hem Patsy
Hij heeft van die naam
Veel meer last dan gemak
Patsy, ik weeg en ik wik
Patsy, ik zie aan je blik
Jij bent geen man
Maar wat ben jij dan?
Patsy, heb jij wel een pik?
Ik zag ooit een keer een film
Die ging over twee gangsters
Die ene was een vrouw
En de man was Warren Beatty
Maar op haar kan ik niet komen
Och toe, hoe heet ze nou?
Het was zo’n blonde meid
Ik ben haar even kwijt
Het was een dunne spriet
Veel tieten had ze niet
Hoe heet ze?
Hoe hee hee hee hee heet ze?
Day?
Nee nee nee nee nee
Het was niet Day
Het was niet Doris
Niet Doris Day
Het was Fay Dunaway
Fay Fay Fay Fay Dunaway
Fay Fay Fay Fay Dunaway
Hij gaf haar klappen
En zij liep weg
Ook al was ze veel sterker dan hij
Hij kon niet zonder haar
Zij kon wel zonder hem
Zij vond haar draai snel
En hij is vrij snel de bak ingedraaid
Voor mishandeling, dronkenschap, rijden door rood, wapens en drugs
Het moest een keer gebeuren
Zo is het lot
Maar ook al ben ik hun kind niet
Ik voel de pijn van de scheiding
In mijn oor en mij hart
Ik mis ze samen
Vandaar dat ik bijna iedere dag
Het mannetje van de radio bel
En dan deze vraag aan hem stel
Draai nog een keer Ike en Tina
Dan zijn ze weer eventjes samen
Niets kan zo tergen
Door merg en been gieren
Als hoge bergen
Diepe rivieren