Tussen de voetbalvelden
Staat nog steeds een monument
Met de namen van de helden
Die vielen op het veld van eer
Rechtsbuitens, middenvelder
Keepers en backs
Ze vochten om te winnen
't Is traditie in de familie
Op voetballen bij J.O.S. te gaan
Zoals mijn neven, dom en groot
Al schopten in de moederschoot
Platvoeten heb ik
Mijn knieen zijn te slap
Ik moest van mijn vader
Maar ik had J.O.S. vrees
J.O.S. vrees
De strijd in mei 1940
Duurde hooguit een dag of vier
Tussen de namen op die steen
Valt mijn oog steeds op die ene
Zo heet ik ook
En ik ben even oud
Hij vocht om t winnen
Kende geen J.O.S. vrees
J.O.S. vrees
Er waren achttien spelers
Voor dat ene jongensteam
Ik kreeg een kans, een wedstrijd
Om wat te laten zien
Ik viel uit de boot
Ik was te bedeesd
Ik viel buiten de familie
Met mijn J.O.S. vrees
J.O.S. vrees
Ik kan best leven zonder voeten
Ik heb niet veel onder de knie
Maar mijn kop kan ik niet missen