Er schuilt een oude man in mij
Die het beste met de wereld voorheeft
Die het leven doorheeft
Die piekfijn uit kan leggen hoe het zit
Er schuilt een oude man in mij
Die, met het gelijk van een tiran
Waakt over mijn geweten
Met het selectief geheugen
Van een Tweede-Kamerlid
Er schuilt een oude man in mij
Die, voor zijn teevee gezeten
Naar de chaos in de wereld kijkt
En daarvan heimelijk geniet
Die meewarig lacht
Om het gestumper van wat idealisten
Die van het kastje naar de muur gaan
Met een kluitje in het riet
Waar is het kind in mij gebleven
Dat zich verbazen kon
Dat bang was
Als het onbekende kwam
Waar is die jongeman in mij
Die overal in meeging
En die in blind vertrouwen
De wereld op zijn schouders nam
Er schuilt een oude man in mij
Die niet naar zijn kinderen luistert
Omdat hij vindt dat
Ze ook nooit luisterden naar hem
Er schuilt een oude man in mij
Die zich door zijn vrouw
Op zijn wenken laat bedienen
Met mijn gebaren sprekend met mijn stem
Er schuilt een oude man in mij
Die languit op mijn bank ligt
En bij elke oproep
Aan zijn medeleven geeuwt
Het is die oude man
Die kind noch jongeman duldt
En uit pure onmacht
Zijn doodsangst overschreeuwt
Waar zijn die twee in mij gebleven
Ze moeten mij behoeden
Voor die man met zijn bittere gelijk
Ze huizen nog in mij
Dat weet ik in mijn twijfel
Als ik om mijzelf moet lachen
Als ik in de spiegel kijk