Als de avond valt
en ik voel me moe en moedeloos,
kijk ik naar de zee
en ik zie de golven eindeloos.
En ik zie het water leven,
't goud vanaf de horizon
spoelt met de golven mee.
Laat het water open,
laat het water open,
laat het water open
en laat de zee de zee.
Als het water daalt
en het land weer boven komt,
draal jij langs de dijk,
een zachte glimlach om je mond.
En de zomer in je ogen,
in je haren door de wind,
en je zegt: de zee is rijp.
Laat het water open...
Laat het water open...
Als het water stijgt
en de scheppingsdag opnieuw begint,
gaan we hand in hand,
de vloed komt met de westenwind,
spoelt over onze voeten,
er is geen leven zonder zee
en zonder zee geen land.
Laat het water open...