Ik was van de zomer voor 't eerst aan het strand
Bij Egmond aan de Zee
Mijn handdoek, mijn zwembroek en een heuse rieten mand
Met lekkers had ik mee
Ik sloot mijn ogen al tegen de zon,
Het zonlicht was zo fel
Maar toen ik ze opende voor een slok bier,
Wat zag ik op een del:
refr.:
Een paar bruingebrande benen keken mij zoet lachend aan
Maar die benen zijn verdwenen, wie vertelt me waar ze staan
Het was me een schoonheid die wenkt naar mij,
Dus ik stond haastig op
Ik vroeg wat zij wou en zij wees naar een doos
Met ijsco's en wat drop
Ik kocht voor een tientje haar handeltje leeg
En zij liep stralend heen
En ik bleef daar achter met ijsco's en drop
In m'n eentje heel alleen
refr.
Ik zocht snel het strand af met mijn speurend oog
Maar nergens zag ik haar
Ik rende naar hot en ik rende naar her
Maar nergens zag ik haar
Die twee mooie benen van dat lieve kind, waar waren ze toch heen
Ik dacht nog heel even: heb ik soms gedroomd?
Maar de ijsco's zeiden: neen