Sterren boven Rantepao, een klamme tropennacht
Tachtig jonge jongens houden bij het lijk de wacht
Tachtig jonge jongens, schorre kelen, hand in hand
Zingen boze geesten weg op de reis naar Dodenland
Elke twee uur is het pauze en dan staan ze om mij heen
Maar ik ben, als de dode boven, moederziel alleen
Stille kracht