Dienaren zwermen om hem heen, maar toch slaapt 'ie 's nachts alleen
De koning huilt
Hij groet de majordomus en de dames van het hof, de nar, terug van verlof
Maar de koning huilt
Hij kan het zich veroorloven te huilen om zijn lot
Hij is geen domme onderdaan, hij staat vlak onder God
Met zijn paleis van gouden muren en een poort van platina, wie doet hem
dat na
Maar de koning huilt
Hij houdt de wereld in zijn hand, maar te rechtvaardig, te coulant
"Verdeel en heers!" fluistert zijn grootvizier
Z'n schatbewaarder rommelt met z'n schat
De koning staat niet mat, maar het scheelt niet veel
Hij wil zo graag geliefd zijn, een te midden van zijn volk
Maar ach, hij spreekt hun taal niet en ontbeert een goede tolk
De koningen die voor hem kwamen, wisten hoe het moest: regeerden,
profiteerden
Leefden woest
Maar deze koning huilt
Een jochie van een jaar of tien staat schuchter bij de poort
Hij heeft van deze koning van z'n moeder veel gehoord
De koning ziet de rozen niet die 't jochie bij zich draagt
En geeft het kind een aalmoes, ongevraagd
Arme koning, stoor 'm maar niet
Hij ziet ons toch niet
De koning huilt koninklijke tranen, zo oprecht, zo gemeend
De koning weent, de koning huilt