Er was eens een haveloos ventje
Die vroeg aan zijn moeder een broek
Maar moeder verdiende geen centjes
En vader was wekenlang zoek
Ach, moedertje geef me geen standje
D'r zit in mijn broekie een scheur
De jongens op school roepen: "Jantje
Jouw billen die zien we d'r deur"
De moeder werd ziek van de zorgen
Lag stil en bedrukt in een hoek
Geen mens die haar centen wou borgen
En Jantje vroeg toch om zijn broek
Toen heeft ze haar rok uit getrokken
De enigste die ze bezat
En ze maakte van stukken en brokken
Een broek voor haar enigste schat
Nou konden ze Jantje niet plagen
Nou waren zijn billen niet bloot
Maar voor ie zijn broekie kon dragen
Ging moeder van narigheid dood
Ze stierf van het sjouwen en plagen
Vervloekt en verwenst door haar man
Toen Jantje haar mee ging begraven
Toen had ie zijn broekie pas an