Dorus had al heel wat jaren in het armenhuis uitbesteed
Dorus was een ouwe snoeper die zo graag een grappie deed
Altijd zindelijk en netjes, altijd opgepoetst en knap
Ging ie op zijn uitgaansdagen met twee dubbeltjes op stap
Dan zei zijn kameraad
Die naast 'm liep op straat
refr.:
Dorussie mot er nou herrie van komme
Dorussie, Dorussie hou je nou stijf
Morgen, dan hoor je de dokter weer bromme
Morgen, dan heb je weer pijn in je lijf
Eerst ging Dorus naar de Kruiska en daar kocht ie negeret
En een dubbeltje sigaren en die deed ie in zijn pet
Dan ging Dorus aan het pruimen en hij rookte een sigaar
Maar hij pruimde en hij rookte heel de rotzooi door mekaar
De jongens van de Ka
Die riepen 'm na
refr.
Dikwijls ging ie naar een kroegie waar een hoopie jongens zat
En die vroegen dan al daad'lijk of ie zin in 'n klaartje had
Dan kwam Dorussie naar buiten door de proppies aangedaan
En dan ging ie voor 'je-weet-wel' even bij een boompie staan
Een diender op de hoek
Zei met een grote vloek
refr.
Dorus zag een aardig meisje dat het stoepie stond te doen
Dorus keek 'es naar d'r kuiten... he, hoe dik... dacht Dorus toen
Toen die zich niet goed kon houwen gaf de meid een harde gil
Want hij kneep haar in 't voorbijgaan effe stiekum in 'r... arm
Een bakker, die het zag
Riep, stikkend van de lach
refr.
Soms ging Dorus ook des Zondags met zijn oudje ervandoor
En daar kocht ie pepermuntjes en een onsie koffie voor
In het park en op een bankie was ie in zijn element
En dan zeit ie tot zijn oudje: "Ik ben nog een jonge vent!"
Maar zijn oudje lachte dan
En zei: "Stel je niet an..."
refr.
Dan werd Dorus zondagsavonds aangeschoten thuisgebracht
En als altijd door de vader met een standje opgewacht
Zijn tabak en zijn sigaren haalden ze dan uit zijn pet
En na al zijn uitgaansdagen moest ie voor z'n straf naar bed
En het hele armenhuis zong
Als ie zijn bed in sprong
refr.