Erger dan een huis met buren, waar piano wordt gespeeld
Dan een paar verwende kind'ren, dan een hond die je verveelt
Dan een lid van je famielje, die je graag niet kennen zou
Erger dan een taaie biefstuk is zo'n doljaloerse vrouw
Als haar man wat loopt te zingen, of een aardig mopje fluit
Gaat ze met de deuren smijten: "Slechte kerel, hou je snuit
Want, ik ken jouw rare streken, o, afschuwelijke man
Als je zingt of loopt te fluiten, ben je weer wat gemeens van plan"
Als ie met een ruiker bloemen, vrolijk in de kamer stapt
Wordt z'n aardige verrassing in de vuilnisbak getrapt
Want dan is 't bijna zeker dat 'ie weer wat heeft gedaan
Anders kwam 'ie, om 't goed te maken, met geen snertboeketje aan
Bij z'n vader en z'n moeder, bij z'n leven en z'n kind
Moet 'ie duizend keer bezweren, dat 'ie haar alleen bemind
En, wanneer 'ie heeft gezworen dat 'ie nooit naar and'ren ziet
Zegt ze: "Hou maar op met liegen, ik geloof jouw smoesjes niet"
Als d'r man z'n haar laat knippen, zonder dat 'ie van d'r mag
Als 'ie vraagt om een verschoning, op een doordeweekse dag
Gaat ze nijdig zitten grienen: "Slechte vent, nou snap ik jou
Al dat knippen en verschonen, doe je voor een and're vrouw"
Als ze in z'n vestjeszakken, soms een wit papiertje vindt
Heeft ze 't bewijs te pakken, dat 'ie een andere vrouw bemint
"Jij wou briefjes aan d'r schrijven, schandelijke (??)
Dat papiertje, steekt wat achter, anders stond er wel wat op"
Als 'ie 's middags wat gaat lopen, moet de kleine jongen mee
Om haar mammie te vertellen, wat of pappie buiten dee
Maar, de kleine houd z'n mondje, want die heeft teveel gesnoept
Mammie komt geen steek te weten, 't kind heeft in z'n broek ge
Als 'ie 's nachts, vermoeid van 't werken, heel gerust te slapen lei
Heeft ze 't 's morgens op d'r heupen, als 'ie in z'n slaap niks zei
"Jij hebt weer wat te verbergen, of een ander in je kop
Om me voor de gek te houwen, droom je expres niet hardop"