Daar was eens een arme meid
Die wou gaan draaien en pierewaaien
Daar was eens een arme meid
Die wel eens graag een hoed op heit!
't Ouwe moertje lag in 't graf
Onder de kluiten tranen met tuiten
't Ouwe moertje lag in 't graf
En daar wist niemand meer wat van af
En toen ging ze naar de stad
Onder de bomen liep ze te dromen
En toen ging ze naar de stad
't Was voor die arme meid al heel wat
Maar ze had geen daalder meer
Om te verteren och Lieve Here
Maar ze had geen daalder meer
Meisje wat doe je? Vroeg toen een meneer
Ach meneer ik ben zo alleen
Eenzaam verlaten loop ik door de straten
Ach meneer ik ben zo alleen
'k Zou wel wat lopen, maar ik weet niet waarheen
Ga dan met me mee in huis
Zei het meneertje voor een keertje
Ga dan met me mee in huis
Onder de bomen daar is het niet pluis
Ze is toen met hem meegegaan
Ze kreeg er een ruiker en een klare met suiker
Ze is toen met hem meegegaan
De arme meid was gauw naar de maan