Een dolk doorklieft mijn ribbenkast
De dolk van een verrader
Dit is een laffe vadermoord
En helaas ben ik de vader
Het kwam van achteren op mij af
Mijn trouweloze zoon
En stootte met een laffe stoot
Zijn vader en de troon
Het staal drong in mijn zachte rug
En werd door niets gestuit
De punt van achteren erin
En van voren er weer uit
Toen klonk zijn akelige lach
En hij vluchtte ijlings heen
En met de kille adem van de dood
Liet hij mij hier alleen
De grote sterscene begint
En ik voel mij al wat zwakjes
Dus mensen: even geen gehoest
En geen gekraak met zakjes
Een dolk doorklieft mijn ribbenkasat
Het bloed dat spuit eruit
Maar ik houd nog aan het leven vast
En geef nog goed geluid
De schrijver heeft voor het doodgaan hier
Zes bladzijden gevuld
Dus blijf maar zitten waar je zit
Ik ben nog lang niet uitgeluld
Ik draai mijn rug nu naar de zaal
En krimp een beetje in
Dit ziet er belazerd uit
Maar het is pas het begin
Ik wankel, ik roep S.O.S
En zoek wanhopig steun
Ik dreig te vallen, richt mij weer op
Met kermen en gekreun
Dan ga ik naar de andere kant
Dit wordt mijn laatste gang
Maar nondeju, dat klereding
Die mantel is te lang
Ik struikel elke avond hier
Steeds op dezelfde plek
De vrouw die dit ontworpen heeft
Dat mens dat lijkt wel gek
Dan zak ik langzaam in elkaar
Verblind en op de tast
En vader denkt: Het stuk is uit
Ik haal de jassen vast
Nee, vader! Dat gaat zo maar niet
Blijf potverdomme hier
En zítten, want er komt nog meer
Ik leef nog een kwartier
Familie, priesters, edelen
Die komen aangerend
Met hele hordes treurend volk
Het wordt nog gezellig op het end
Zij krijgen allemaal een beurt
Voor elk een laatste woord
En al breekt mijn stem en floerst mijn oog
Ik ouwehoer maar voort
Wij naderen nu het einde
En het ademen gaat zwaar
Maar ik heb nog tien minuten
Ik ben nog steeds niet klaar
Er moet nog wat geregeld
Ik moet mijn erfenis nog kwijt
Maar we spelen ondertussen wel
Ruim in blessuretijd
De kring van mijn getrouwen
Die rond mijn sterven staat
Weet - hangend aan mijn lippen
Dat er nog iets komen gaat
Want geen vorst op deze wereld
Die weet hoe of het hoort
Verlaat dit ondermaanse
Zonder een laatste woord
Een laatste mooie volzin
Een opdracht aan het land
Een tekst voor de agenda's
Een spreuk voor aan de wand
Een laatste woord van wijsheid
Een woord van man tot man
Een slotwoord voor de mensheid
En hier komt dat slotwoord dan
Dat wereldwijd gezegde
Voor het citatenboek
'Pastis, c'est mourir un peu'
En langzaam zakt het doek
Ho jongens, wacht nog even
Ik met mijn stomme kop
Ik ben nog iets vergeten
Kom, haal dat doek weer op
Wanneer u deze voorstelling
Tot uw genoegen vindt
Aan de uitgang wordt gecollecteerd
Voor mijn weduwe en kind
En als u denkt: Wat prachtig
En u roept: Bis, meneer
Dan sterf ik met genoegen
Voor u een tweede keer