Ik hou niet van die zinderende hitte van 't Zuiden
Van die indringende zon die alles ontdekt
Ik hou niet van die glasharde staalblauwe hemel
Van dat grasloze land dat zich lusteloos strekt
Ik hou niet van die luie stoffige middag
Waarin alles wat leeft voor de zon is gevlucht
Ik hou niet van die barsten in de keiharde bodem
En ik word nerveus van die trillende lucht
Ik hou van de donkere kleuren van 't Noorden
Van het grijs en het groen en hun veilige rust
Ik hou van 't voorzichtige licht van de morgen
Op de knisprende duinen van de Hollandse kust
Ik hou van de adem die je ziet in de kilte
Van de zwiepende striemende regen op zee
Ik hou van de nevel en zijn beschermende stilte
Van de inktzwarte nacht van november aan zee
Ik hou van die kust waar het water kan kolken
Van de schelpen en het hout voor het spelende kind
Ik hou van de schuimende zee en de wolken
Met krijsende meeuwen die dansen in de wind
Ik hou van de wieren die de pieren begroeien
Van een bruisende branding in de zakkende zon
Ik hou van die kleuren die zachtjes vervloeien
Aan de kust van mijn jeugd
Waar alles begon
En met nieuwe muziek en met andere woorden
Zal ik daar altijd verwonderd weer staan
En zingen over de zee de zee van het Noorden
Daar voel ik me thuis, daar kom ik vandaan
En met nieuwe muziek en met andere woorden
Zal ik daar altijd verwonderd weer staan
En zingen over de zee de zee van het Noorden
Daar voel ik me thuis, daar kom ik vandaan