Ik heb altijd gedacht dat het mij niet zou gebeuren
Ik heb altijd gedacht: dat is niks voor jou en mij
Zelfs de laatste tijd niet toen je ramde met de deuren
En huilend door het huis liep en almaar vaker zei
Dat je van me weg wou en me niet meer kon verdragen
En dat je het wel gezien had, na zo'n jaar of tien
Ik dacht nog van: ze zegt maar wat, ze is moe de laatste dagen
En ik heb het niet geloofd en ik heb het niet gezien
Ik ben blijven zitten in mijn stoel
Lichtelijk geergerd en met een wrevelig gevoel
En ik dacht nog niet aan schelden
En ik dacht nog niet aan slaan
Ik dacht van lamaar lopen
Dat zal wel overgaan
En ik zei nog: als je weg wilt, nou kindjelief, dat mag
Maar doe niet zo belachelijk
Gewoon de hoek om, dag
En toen je wegliep dacht ik: dat zal zo lang niet duren
En toen je wegliep dacht ik: die is zo wel weer terug
Die is een straatje om of zit te praten bij de buren
Maar ik dacht toen wel: ze heeft iets krachtigs in haar rug
Ik pakte toen de krant weer en probeerde wat te lezen
Maar ik raakte telkens weer dezelfde regel kwijt
En ik dacht: dat zal wel weer iets van hormonen wezen
Maar ik dacht toch wel van: gek, ze heeft dit vaak de laatste tijd
En ik ben blijven zitten in mijn stoel
Met een toen toch al wat ongemakkelijk gevoel
En ik dacht: nou niet gaan schelden
En zeker niet gaan slaan
Gewoon niet reageren
Gewoon maar laten gaan
En ik dacht nog: stel je voor zeg
Wat een onzin, ach
Dat zou toch te belachelijk zijn
Gewoon de hoek om, dag
En toen je terugkwam zei ik: zie je wel, ik wist dat het zou gebeuren
En toen je terugkwam zei ik: zie je wel, ik heb het toch gezegd
En ik dacht: nu heel gewoon doen en vooral nou niet gaan zeuren
Dan komt alles wel in orde en komt alles weer terecht
Maar toen je zei dat je terugkwam om goeiendag te zeggen
En je koffer had gepakt en zei: dan ga ik maar
En je de trap af liep, de deur dicht en de straat op
En wuifde bij de hoek met een aarzelend gebaar
Ook toen ben ik blijven zitten in m'n stoel
Apathisch zonder enig duidelijk gevoel
Ik had natuurlijk moeten schelden
Moeten roepen, moeten slaan
Ik had honend moeten lachen
Maar ik heb je laten gaan
Ik ben hier blijven zitten met een bevroren lach
Dat is toch te belachelijk
Gewoon de hoek om, dag