Ik heb een kolossaal gevoel van binnen
Het is zo groot dat mij de adem stokt
Ik wil iets overweldigends beginnen
Dat verbijstert en verplettert en dat schokt
Dat de wereld zal hervormen
Dat de hemel zal bestormen
Dat gevoel van het enorme
Dat mij maar nooit ontdekte, verre verten lokt
Ik heb een diep en oeverloos verlangen
Te ontstijgen aan eigen nietigheid
Om de essentie aller dingen op te vangen
Een overwinning op de ruimte en de tijd
Ik ga mezelf bevrijden
Ik zal grenzen overschrijden
In overdonderende tijden
Ik wil een keerpunt worden in de eeuwigheid
Groots en meeslepend wil ik verder leven
Een monument van waarde en van kracht
Ik ga nu zo onnoemelijk veel geven
Ik ben de nieuwe wind waarop de wereld wacht
Ik zal de wegen wijzen
Naar aardse paradijzen
Ik zal het kwaad bevechten
De dikste muren slechten
De hoogste berg bestijgen
Onsterfelijkheid verkrijgen
Zal kathedralen bouwen
Ik barst van zelfvertrouwen
Ik voel mezelf onmetelijk, gigantisch, niet te stuiten
Maar eerst moet nog de vuilnisbak naar buiten