De serviezen vlogen weer tegen de muren
Met de verwijten over en weer
Maar dat heeft alleen nog effect bij de buren
Bij jou en bij mij, daar werkt het niet meer
Dezelfde bezwaren, dezelfde problemen
Wij bevechten elkaar op leven en dood
Jij hebt schuld
En ik heb schuld
Maar geen van beiden het geduld
Om ooit eens iets voor lief te nemen
Ik smeek je om een weekje burgerlijke sleur
Een kusje uit gewoonte
Een zacht gesloten deur
Een weekje lieve onverschilligheid
Waarin wij met z'n tweeen
Wat we al zo lang niet deeen
Wiegen heel tevreeen in de eeuwigheid
En rommelen, dommelen, schommelen in de eeuwigheid
De kleren die vlogen weer door de kamer
De hartstocht die zinderde weer door de tent
In een wanhopig wilde omhelzing
Waarin je geen liefde of haat meer herkent
Het lost ook niets op van onze problemen
Het is dan ook meer een onmachtig verdriet
Jij bent moe
En ik ben moe
Maar geen van beiden weet ooit hoe
Je dan elkaar voor lief moet nemen
Ik smeek je om een weekje burgerlijke sleur
Een kusje uit gewoonte
Een zacht gesloten deur
Ik smeek je om een hele slome tijd
Waarin wij zonder vragen
Elkaar een eindje dragen
Zeven hele dagen op de eeuwigheid
En rommelen, dommelen, schommelen in de eeu-wig-heid