Ik heb je nooit een rozentuin beloofd
Ik heb alleen gezegd dat er een tuin zou komen
Maar jij, jij had alleen maar rozen in je hoofd
En daar bleef je over malen en van dromen
Jij hebt het onkruid niet gewild en nooit gezien
Hoe ik me in het zweet heb staan te spitten
Hoe ik me aan de keien en de modder heb vertild
Jij bleef maar aan die vage rozen klitten
En toen na jaren zwoegen die tuin er eindelijk was
Nog als een ruw stuk grond om samen te ontginnen
Zei jij alleen: een tuin? Maar waar zijn de rozen nou
En je liep weg en ging teleurgesteld naar binnen
Maar ik heb je nooit een rozentuin beloofd
Ik heb alleen gezegd dat er een tuin zou komen
En zolang jij rond blijft lopen met die rozen in je hoofd
Moet je maar weg - en je hoeft pas terug te komen
Als je ook kan houden van het onkruid en de stenen
En de schrammen en de blaren op mijn handen ook wilt zien
En als alles mee wil zitten
En wij blijven samen spitten
Groeit er op een dag een roos
Misschien