Ik word gestoord van die gladde kapperskoppen
Uit de opgefokte zonnebankcultuur
Van die fitte jongens die met alles stoppen
Dat ook maar even indruist tegen 'puur natuur'
In de wurrelpoel, de sauna en koud douchen
En om het uur een vitaminestoot
In de fitness: trekken, douwen, hangen, pushen
Nu vast trainen voor een kerngezonde dood...
Laat mij nou maar af en toe verdwijnen
In de roes van een rokerig jazzcafe
Waar ik mijn lichaam langzaamaan kan ondermijnen
In ruil voor het benevelde idee:
Dat het allemaal wel goed komt met de wereld
En dat niets er ook maar ene moer toe doet
Als die jongens maar een beetje lekker spelen
Ben ik tevreden en vind ik het wel goed
Dan hou ik ook intens van alle mensen
Zie ik mijn leven vastomlijnd en vederlicht
Dan leef ik in een wereld zonder grenzen
Zie ik de toekomst als een schitterend vergezicht
Dan kan ik scherp en overtuigend formuleren
Met een stevig promilage in mijn bloed
Enorme open deuren dicht beweren
Als ik slecht leef voel ik me vaak ontzettend goed
Ze zeggen: doe nou niet, dan leef je langer
Wees nou verstandig, later krijg je spijt
Maar ik word voor dat 'later' alsmaar banger
Voor die godverlaten grijze eenzaamheid
In zo'n tehuis met een frisse directrice
Die mij vertelt dat ik mij goed gedraag
Maar dat ik niet meer in de plantenbak mag piesen
En verder, dat ik jarig ben vandaag
Als ik oud ben en mijn toekomst is verschrompeld
En ik versleten en vergeten en verzuurd
Een ouwe lul, die tandenloze wartaal mompelt
En die argwanend door de vitrages gluurt
Ik wil me later niet kapot vervelen
Ik wil niet terug naar dat incontinente kind
Ik wil beminnen, schrijven, reizen, zingen, spelen
En dan in een klap weg, voordat die lijdensweg begint...
Dus, laat mij nou maar af en toe verdwijnen
Met een illusie in mijn stomme dronken kop
Ik ga liever eerder naar de Filistijnen...
En morgen: ongezond weer op!