Als ik op straat loop, kijken ze.
Als ik ze aankijk lijken ze
op schapen die de slager tegenkomen.
Ze hebben geen verweer,
geen wil, geen spoor van moed
en vluchten voor mijn driftig bloed
dat hun vervolgt
tot in hun bange dromen.
Maar soms zal ik een nacht
warm zijn als de zon,
lief zijn als een bloem,
verrukt zijn als een kind,
zacht zijn als een lam.
Ik ben geboren
in het teken van de Ram.
Wanneer de knoppen springen dan,
de eerste vogels zingen dan
begint mijn ogengrijs
naar groen te glijden.
En soms dwaal ik alleen
door stormen langs het strand
en zoek de warme sterke hand,
die mij zal dwingen en zal leiden.
Maar soms ben ik alleen,
eenzaam met mezelf,
onhandig met m'n kracht
en bang voor m'n geluk.
Grillig als een lam.
Ik ben geboren
in het teken van de Ram.
Ik zoek totdat ik vinden zal,
op alle vier de winden zal
ik gaan tot ik van iemand zal gaan houden.
Misschien wil ik te veel,
misschien blijf ik alleen,
voorgoed alleen, niet een
die ik bemin en die ook
van mij zal gaan houden.
Ik zou zo graag een nacht
branden als het vuur,
wild zijn als de storm
en blind zijn voor mezelf.
Onschuldig als een lam.
Ik ben geboren
in het teken van de Ram.
Ja ik zou zo graag een nacht
branden als het vuur,
wild zijn als de storm
en blind zijn voor mezelf.
Onschuldig als een lam.
Ik ben geboren
in het teken van de Ram.
(c) Intersong Basart