Wie had dat ooit kunnen denken,
dat wij na bijna vijftien jaar
weer eens samen zouden slapen
en wakker worden naast elkaar?
In de stad kwam ik je tegen,
ik herkende je meteen,
jij die ondanks al mijn tranen,
destijds uit mijn jeugd verdween.
En nu lig ik hier dan naast je,
in je mooie dure flat,
herinner jij je nog dat kraakpand
en ons smalle harde bed?
Je staat op en je zet koffie
en we kijken naar elkaar.
Ik zie de lijnen om je ogen
je lacht en kriebelt door mijn haar.
Ik had je nummer opgeschreven,
ik zou je bellen op z'n tijd,
maar als ik later in de lift sta,
ben ik het natuurlijk kwijt.
Ik vraag me af: was jij
diezelfde jongen met dat mooie haar,
waar ik nu na al die tijd nog
de herinnering aan bewaar?
Net als toen ik ongelukkig
wegreed na die laatste keer,
is het zomer en de zon schijnt,
't wordt vandaag mooi weer.
Net als toen ga ik naar 't strand toe,
het verschil is alleen dit:
dat ik binnen vijf minuten
muurvast in de file zit.