We zien elkaar soms een heel jaar lang niet,
we spreken nooit iets af.
Het geeft niet, de tijd blijft voor ons altijd stilstaan,
we kunnen terugzien op nog pas gisteren
al is het jaren van ons af.
Wij, de geliefden van zo lang geleden,
we waren amper twintig jaar,
we bleven eeuwig bij elkaar,
wat een hoogmoed voor de val.
Als je twintig bent, dan denk je: dit verandert nooit.
Of een mens z'n hele leven al met twintig is voltooid.
Elkaar,
we hebben toch elkaar.
We wilden samen leven,
zijn uit elkaar gedreven,
samen uit elkaar.
We gingen trouwen omdat het niet mocht,
zoals kinderen dat doen.
mijnheer en mevrouw zijn, erbij willen horen,
maar samenleven met iemand anders.
Die droom ging snel voorbij,
ik had wel mijn man maar niet mijn beste vriend verloren.
Na zoveel jaar ontdek je pas
dat er geen huwelijk nodig was
en we kijken beiden terug.
We hebben vroeger samen als kinderen gespeeld
en een stukje van ons leven daarmee voorgoed gedeeld.
Elkaar,
we hebben toch elkaar.
We wilden samenleven,
zijn uit elkaar gedreven,
samen uit elkaar.