Achter Vlielands hoge duinen
ligt een dorpje in de zon.
En daar wacht een Vlielands meisje
daaglijks op de postiljon.
Want haar jongen, die is stuurman
op de grote handelsvaart,
maar hij schrijft uit iedere haven
haar een brief of anzichtkaart.
O mijn lieve Cupido,
o misschien dan komt ie zo.
Onze postiljon van Vlieland,
hij heet echt Jan Cupido.
Op z'n paardje door de branding
van het Eierlandse Gat.
Misschien brengt ie mij een briefje
van mijn allerliefste schat.
Wat zo'n brief toch ver moet reizen
ergens uit zo'n tropisch land,
met de stoomboot mee naar Texel,
met de kar naar Eierland.
Over 't water naar de Vliehors
met de vlet van schipper Bruin,
daar staat Cupido te wachten
aan de rand van zee en duin.
O mijn lieve Cupido,
o misschien dan komt ie zo.
Onze postiljon van Vlieland,
hij heet echt Jan Cupido.
Op z'n paardje door de branding
van het Eierlandse Gat.
Misschien brengt ie mij een briefje
van mijn allerliefste schat.
Op zee zo groot en machtig
is het grootste schip zelfs klein.
En ik wou maar dat mijn jongen
veilig weer bij mij kon zijn.
Mijn gedachten gaan jouw brieven
op de Postweg tegemoet.
Als Jan Cupido komt rijden
is mijn hele dag weer goed.
O mijn lieve Cupido,
o misschien dan komt ie zo.
Onze postiljon van Vlieland,
hij heet echt Jan Cupido.
Op z'n paardje door de branding
van het Eierlandse Gat.
Misschien brengt ie mij een briefje
van mijn allerliefste schat.
(c) Intersong Basart