Op de Wolga, daar vaart Olga
Met haar scheepje naar de zee
En haar Ivan, een Kozak op z'n paard
Rijdt verliefd, als een gek, met het schip mee
refr.:
Rij maar, kleine ruiter
Rij maar, kleine ruiter
Rij maar, dan haal je haar in misschien
Rij maar, langs 't water
Rij maar, langs 't water
Rij maar, tot je haar weer t'rug zult zien
Maar de golven van de Wolga
Dragen sneller dan zijn paard
En het schip raakt verder bij hem vandaan
En vertwijfelt kijkt hij hoe 't weg vaart
refr.
En wat naar is
Maar toch waar is
Ivan ziet haar nooit meer terug
Want hij rijdt met paard en al in de zee
En zo blijven ze beiden alleen
Rij maar, kleine ruiter
Rij maar, vreemde snuiter
Rij maar, niet te snel 't water in
Rij maar, langs de Wolga
Zijn er duizeld Olga's
Rij maar, regelrecht de hemel in
(R.Siegel/Lennart Nijgh)