Aan de hemelboog
stralen alle sterren.
Helder in de nacht
schijnen ze van verre.
En een diadeem van edelsteen
spant over onze wereld heen.
Uit de hemel hoog
vallen duizend vlokken,
in de stille nacht
luiden alle klokken.
En een witte deken daalt dan neer,
geschenk van onze lieve Heer.
En de dieren slapen
onder een hele hoge denneboom,
en de wereld wordt een wonder
en de nacht is net een droom.
Onze lieve Heer, geef ons allen vrede
en een paradijs wordt het hier beneden.
En vertederd ziet u keer op keer
op uw kleine wereld neer.
En de nacht is net een droom.
Onze lieve Heer, geef ons allen vrede
en een paradijs wordt het hier beneden.
En vertederd ziet u keer op keer
op uw kleine wereld neer.