Iemand zei laatst dat we arm als de mieren
Kaal als de ratten en uitverkocht zijn
Iemand zei laatst dat we mannen behoeven
En dan vooral in de buurt van het Plein
Iemand zei laatst dat hier zwakke regeerders
Radeloos sturen naar reddeloosheid
Iemand vroeg laatst: "Zeg, hoe raak je Jan Salie
Jan Kalebas en Jan Hagel hier kwijt?"
Iemand en iemand... en nog weer eens iemand
Bitter... geladen... ontnuchterd... ontdaan
Mensen als u en als ik... als wij allen
Die in hun nuchter en Hollands bestaan
Voelen hoezeer we maar reddeloos drijven
Los van ons anker en zonder kap'tein
Die op de brug niet uitsluitend professor
Maar weer een schipper als Mouringh zou zijn
Toch... er sprak laatst van die brug tot ons allen
Hij, die het roer houdt der wankele schuit:
Dat onze Scheepsraad courage gevat had
Tot het voor allen bevrijdend besluit
En dat het schip weer met Jantje Courage
Tegenwind, stormtij en branding ten spijt
En met bestemming: naar Vrijheid en Vrede
Koers nam op Recht en op Redelijkheid
Welaan, laat niemand nu zeggen en denken
Wat hij als iemand gezegd heeft en dacht
Nu onze schipper het schip uit de koerslijn
Van Jan Beschuit en Jan Hen heeft gebracht
Iemand blijft iemand, kritiek en gekanker
Sieren ons volk, mits de bui is doorstaan
Maar in een storm staat ons volk naast de stuurman
Als hij als Mouringh te roer durft te staan