Elke dag aan een stuk sjouwen
Trappen op en trappen af
's Ochtends vroeg al in de kleren
's Avonds laat nog steeds in draf
Dokters, die maar standjes geven
Hoofdverpleegsters als azijn
En toch moet ze als verpleegster
Altijd lief en aardig zijn
Ruiten zemen, stof afnemen
Rrrring... wel ja, alweer die bel
"Zuster, wilt u even helpen?"
Ja, gut mens, ik hoor het wel
En zo draaft ze door de dagen
En zo zit ze 's nachts op wacht
Altijd tussen zieke mensen
Altijd aardig, lief en zacht
Een en twintig prille jaren
In een jurk van blauw katoen
Wassen, plassen en verplegen
En op tijd examens doen
Kamers stoffen, bedden schudden
Voor de dokter is geweest
En toch jong zijn en verlangen
Naar het leven als een feest
Pillen, potjes, poeiers, drankjes
Zout- of eiwitloos dieet
En van schrik de stuipen krijgen
Als ze ergens iets vergeet
Steeds weer nieuwe zieken helpen
In hun ziek-zijn en hun pijn
En toch altijd als een engel
Lief en zacht en aardig zijn