Lieve Bep, je bent mesjogge
Zoen toch bovenal je man
Zelfs wanneer hij niet causeren
En geen tango dansen kan
Ga nou toch, na negen jaren
Door zo'n ongewone zoen
Geen vergeet-mij-nietje spelen
En geen domme dingen doen
Laat je man zijn splitje drinken
Kind, dat doet toch elke man
Als hij mee moet naar zoo'n strandfeest
En geen polka dansen kan
Want wat jij nou als champagne
En als romantiek beschouwt
Wordt toch ook weer rijst-met-krenten
Als die Chevalier je trouwt
Lieve kind, wees toch tevreden
Met een doodgewone man
Die nog niet hoeft af te vloeien
En nog geld verdienen kan
Proef jij in die tierlantijntjes
Handje-plak en zwaan-kleef-aan
Soms de roomsoes van het leven
Beppie, stel je toch niet aan
Want, weet jij tenslotte, meisje
Of zo'n sprinkhaan van een bal
Na de eerste veertien dagen
Even vlot causeren zal
Of dan nog hetzelfde vuur gloeit
In z'n tango en z'n wals
Of zijn gave tanden echt zijn
Of gevuld, dan wellicht vals
Lieve Beppie, wees toch wijzer
En word niet zo gauw epris
Van een Jantje of een Pietje
Of van onverschillig wie
Die je op zo'n Kurhausavond
God-weet-wat heeft wijs gemaakt
En misschien diezelfde ochtend
Net z'n baan is kwijt geraakt
Daarom Beppie, laat je raden:
Wees vanavond extra lief
Voor je man, je kunt nooit weten
En verscheur vooral mijn brief
Wees toch nuchter en verstandig
Kind, ik zeg maar altijd zo:
Welke man speelt negen jaren
Alsmaar door voor Romeo