Als straks de eerste knoppen barsten
En als de lindebloesem bloeit
Als onze brave burgemeester
In echt vereent wat nu nog stoeit
Als al die grauwe dooie dingen
Een kleurtje krijgen en een glans
En opa minder zeurt en sabbelt
Van desalniettemin nochtans
Dan glijdt de lieve, jonge lente
Door alle bosperceeltjes heen
En strijkt haar zachte zonnezalfjes
Langs oma's stijve rechterbeen
Dan kiemt in alle jongelieden
Een onbestemd maar grijpgraag iets
En dan glijdt 's avonds door de schemer
Een heren- naast een damesfiets
Dan zont zich op cafe-terrasjes
Wat 's ochtends niets om handen heeft
En dat wat 's middags na de koffie
Al kirrend om een theepot leeft
Dan draait en kraait daar elke ochtend
Een stukjesschrijver, die ik ken
Net als de haan van onze buren
Om anderhalve speelse hen
Dan slaat de werkvrouw hoge trillers
En test mevrouw haar weke alt
Opdat door alle trapportalen
Der vrouwen frisse vreugde schalt
Dan overheerst ons veertien dagen
Een Absolute Vrouwen Wil
Dan gaan we grote schoonmaak houden
Als Holland's Glorie in April