Ik heb een vrouwtje nodig, ik kan m'n liefde niet kwijt. Ze hoeft niet
mooi te wezen, als ze maar lekker rijdt
op de liefde, liefde, op de liefde lang, op de lange liefde lang.
Ik voelde 't vanmorgen, te veel liefde weer. M'n mond vol kussen, maar
geen vrouwtje meer
voor de liefde, liefde, voor de liefde lang, voor de lange liefde lang.
Ik heb haar zien lopen door de straat, d'r rooie oortjes in de wind. Ze
liep niet te denken aan een auto of een kind. Ze wilde alleen maar zo
iemand als ik.
Ze ligt onder de dekens als ik nog komen moet. En even later hoor ik: 'Ah,
lekker wat je doet.'
't Is liefde, liefde, 't is liefde lang, 't is de lange liefde lang.
Ik heb een vrouwtje nodig, ik kan m'n liefde niet kwijt. Ze hoeft niet
mooi te wezen, als ze maar lekker rijdt
op de liefde, liefde, op de liefde lang, op de lange liefde lang.